Ilse:

Met een luide plons belandde de kinderlijke afkeuring die ik altijd heb gevoeld in het donkere water van de Heemsteedse Haven. Mijn ‘doei’ was zo veel zeggend, dat er verder geen woorden meer nodig waren.
Ik heb afscheid genomen van het verleden en daarmee de pijn en angst van mijn ouders, mijn opa en oma. Het voelt heerlijk. Ik mag vrouw zijn. (Geen afgewezen kind, dat om liefde en aandacht vraagt).